Literatuur
Kipp, A.F.E., De immuniteit van St.Marie. De evolutie van een stadsbeeld. Doctoraal-scriptie Kunsthistorisch Instituut Rijksuniversiteit Utrecht. Utrecht (typoschript), 1974. [178 blz.].
Hierin o.a. blz. 28 (In 1958 kwamen bij de bouw van de SHV onverwacht tufstenen fundamenten aan het licht die bij het claustrale erf behoord moeten hebben.
"Het huis lag achteraf, met de nok evenwijdig aan de rooilijn, was 8,05 meter diep en niet onderkelderd. De muurdikte bedroeg 0,75 meter. Er werden vloerresten
van kleine plavuizen gevonden; het oudste vloerpeil lag ca 1,5 meter onder het huidige maaiveld. I.v.m. de vele leischerven is een leidekking aannemelijk (noot 66).
Verdere gegevens ontbreken helaas, omdat de zorgvuldigheid van een opgraving et bulldozers meestal veel te wensen over laat." [...] bovendien maakte het betreffende tufstenen huis, dat uit de
twaalfde of het begin van de dertiende eeuw moet hebben gedateerd, de indruk reeds betrekkelijk vroeg vervangen te zijn door een nieuw huis op
een ander deel van het ruime erf (noot 67).
Noot 66: "C.L. Temminck Groll, ME huizen, p. 20."
Noot 67: "Hiervoor pleit ook het feit dat men later waarschijnlijk niet nagelaten zou hebben de tufsteen-fundamenten tot de laatste steen uit
te breken i.v.m. de hoge opbrengsten van dit materiaal. Uit een kapittel-resolutie van 1474 blijkt, dat dit huis waarschijnlijk kort vóór die tijd vernieuwd werd
(Calkoen, MK?, p. 105.")
(Opmerking: aan het begin van deze passage staat ten onrechte dat het hier het 10e claustrale erf betreft.
Uit de rest van de scriptie blijkt dat bedoeld wordt het 11e claustrale erf. - jp0520.)
- Bruijn, M.W.J. de, Husinghe ende hofstede. Een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de middeleeuwen. Deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 18. Utrecht (Spectrum), 1994. [464 blz. ISBN 90.274.4444.7]. Hierin "Mariaplaats, claustraal huis en erf XI van Sint Marie (Mariaplaats na 22)": blz. 208 (plattegrond immuniteit met de erven), 217-218 ("tussen het tiende huis en het kerkhof aan de zuidkant, het huis Clarenburg aan de noordkant, de stadswal aan de west en het twaalfde claustrale huis aan de oostkant". Op 23-05-1526 verleende de bezitter van het elfde huis aan de bezitter van huis Clarenburg een doorgang vanaf zijn huis naar het kerkhof toe, zes voet breed binnen de muren."Deze doorgang is nog steeds aanwezig; hij dient nu voor de bereikbaarheid van de bebouwing van het twaalfde claustraal huis.")